Historie


Van 1909 tot 1984 was de kazerne aan de Nieuwe Achtergracht zo’n beetje de beroemdste brandweerkazerne in Nederland

Korte geschiedenis
Willem dankt zijn naam aan de eerste kazerne aan het Weesperplein, die in 1873 gebouwd werd voor de nieuwe beroepsbrandweer. Dat was een echte kazerne, waarin men zowel werkte als woonde, zodat het de eerste echte brandweerkazerne van Nederland werd. En het gebouw staat er nog, op de hoek van de Valckenierstraat. Omdat de brandweer zich uitbreidde en motoriseerde, moest er nodig een nieuwe hoofdkazerne komen, en die verrees in 1909 aan de Nieuwe Achtergracht. Ook dat gebouw staat er nog. Het werd de bekendste brandweerkazerne van Nederland, omdat daar altijd de meeste voertuigen stonden, de ‘Jan van der Heijde’ zijn ligplaats had en alle noviteiten op brandweergebied daar gedemonstreerd werden. De kazerne keek uit op de achterkant van theater Carré en tot in de jaren tachtig werden daar wachtdiensten gelopen, die vele mooie verhalen genereerden. Tijdens de oorlog stond de kazerne aan de rand van de Joodsche Wijk, waardoor de brandweermensen veel ellende hebben moeten aanschouwen maar ook hebben kunnen voorkomen. In 1927 werd er een bovenverdieping toegevoegd, waarheen de centrale seinzaal verhuisde, die in 1909 was overgekomen van het stadhuis.
Omdat ‘W’ de feitelijke hoofdkazerne van Amsterdam was, is daar heel veel brandweergeschiedenis geschreven. Tot 1975, toen het centraal bureau, de werkplaatsen en de alarmcentrale naar een kantoorgebouw verhuisden, was ‘de Gracht’, zoals de kazerne liefkozend genoemd werd, het middelpunt van de Amsterdamse brandweer. Vanaf de jaren ’60, toen er steeds vaker perslucht gebruikt werd en de jaren ’70, toen het duikbedrijf ontstond, is Willem altijd de thuisbasis van de adembescherming geweest.
In 1984 werd ‘de Gracht’ verruild voor een moderne zakelijke kazerne in een doodlopend stukje van de Ringdijk bij de Weesperzijde. Een prima gebouw, maar een niet half zo levendige omgeving.
De operationele geschiedenis van Willem kent eigenlijk alle hoogte- en dieptepunten van het korps, maar het opvallendst was misschien wel de spectaculaire brand in de kap van de Diamantbeurs, pal naast de kazerne, op het Weesperplein, in 1956. Men kon het bij wijze van spreken lopende af, maar er moest toch hard geknokt worden om de rest van het gebouw te behouden. Met succes, zoals nog te zien is. Met het Paleis voor Volksvlijt aan het Frederiksplein, dat in 1929 in een kolkende vuurzee ten onder ging, liep het minder goed af, maar het bleef jarenlang dé brand van de eeuw in Amsterdam